Zo meet je jouw hoeveelheid energie
Als ik vroeger bij mijn opa en oma ging logeren was de schuur van mijn opa mijn favoriete plek. Samen dingen maken en in elkaar zetten. Het rook er altijd naar vers gezaagd hout en verf. Mijn opa zou je een echte handyman kunnen noemen en bij logeerpartijtjes was ik zijn maatje. Een uitspraak die mijn opa dan altijd deed was “meten is weten” en deze is dan ook in mijn brein gegraveerd.
Het mooie van deze uitspraak is dat deze ook nu voor mij meer dan waar is, want voor persoonlijk energiemanagement geldt deze uitspraak zeker ook. Als je als persoon of organisatie met energiemanagement aan de slag wilt, is de eerste stap: meten. Want ook bij energie wil je weten waar je aan toe bent om een passende aanpak in te zetten. De uitslag ervan zorgt voor een mooie onderbouwing en motivatie om aan de slag te gaan.
Maar hoe meet je energie? Vaak is persoonlijke energie een beetje een ongrijpbaar begrip. Er is ook geen specifiek energiemeetinstrument voor, maar gelukkig is het wel uit verschillende zaken af te leiden, die samen voor een wetenschappelijke onderbouwing zorgen.
Actiehormonen zorgen voor energie
De energie in ons lijf wordt vrijgemaakt door onze actiehormonen. Voor iedere fysieke of mentale actie die we doen, hebben we dan ook actiehormonen nodig. De twee actiehormonen die zorgen voor het vrijmaken van energie zijn adrenaline en cortisol. We voelen ons energiek als adrenaline en cortisol in het lichaam zijn aangemaakt en signalen afgeven om energie vrij te maken. Deze hoeveelheden zijn dan ook in je bloed en speeksel te meten. Je meet hiermee hoeveel energie is aangemaakt, maar dat zegt nog niets over de hoeveelheid energie die nog voorradig is.
Energie meten met een biofeedbackmeting
Wat ons meer kan vertellen over de aanwezige hoeveelheid energie zijn de fysieke reacties van het autonome zenuwstelsel, die door deze actiehormonen geactiveerd worden. Want naast het vrijmaken van energie gaat de bloeddruk en spierspanning omhoog en onze lichaamstemperatuur zal in armen en benen wat gaan dalen. Ook de ademhaling en hartslag gaan stijgen en we gaan meer transpireren. Dit zijn prachtige, betrouwbare parameters die we met een biofeedbackmeting kunnen meten.
Door een aantal sensoren op je lichaam te plakken en je drie denkopdrachten, actieprikkels te geven, kunnen we de beweging van deze parameters volgen. Het mooie van deze bewegingen is dat je hiermee kunt afleiden hoe het met de hoeveelheid aanwezige energie gesteld is. We meten hoe snel jouw systeem reageert en of het na de prikkel weer teruggaat naar de wetenschappelijk vastgestelde baseline. Uit de response van dit autonome zenuwstelsel kunnen we de hoeveelheid energie die voorradig is afleiden.
Bij vermoeide mensen, met weinig energie, zien we dat deze parameters onvoldoende stijgen of dalen. Er zit dan weinig rek in. De mate waarin laat zien hoe groot de hoeveelheid resterende energie nog is. Daarnaast kunnen we uit deze parameters ook afleiden of je een grootverbruiker bent van energie, als deze parameters flink variëren en niet meer terug naar de baseline gaan. Je blijft dan energie uitgeven, terwijl dat niet meer nodig is voor de gegeven prikkel.
Met zo’n biofeedbackmeting meet je heel nauwkeurig jouw energievoorraad en energieverbruik en daarom zetten wij deze meting altijd in bij onze trainingen energiemanagement. Meten is weten en het levert een prachtig inzicht op om te gaan trainen voor (nog) meer energie.
Energie meten met vragenlijsten
Energie kun je ook meten met gestandaardiseerde vragenlijsten, door te vragen naar de effecten van (te weinig) energie. Deze zijn wat minder specifiek en gevoeliger voor het geven van sociaal wenselijke antwoorden dan een biofeedbackmeting. Ze geven over het algemeen wel een hele mooie indicatie en zijn snel en online te meten. Deze vragenlijsten omvatten verschillende facetten, want de aanwezige energiehoeveelheid kan zich op vier manieren laten zien. In ons gedrag, onze emoties, in ons fysieke systeem en het cognitieve systeem (geheugen en concentratie).
Deze vragenlijsten kun je bij TopState kosteloos afnemen, zowel als individu als organisatie. Zo heb je in enkele minuten een beeld van de aanwezige hoeveelheid energie.
Zelf aan de slag
Natuurlijk kun je ook zelf aan de slag. Om te beginnen door dit zelf te gaan waarnemen. Misschien ben je zelf nog wel het allerbelangrijkste meetinstrument. Dit heb je altijd bij je en geeft je direct een antwoord. Als je dit meetinstrument traint, weet je precies hoe het met je is.
In onze trainingen start je dan ook met het ijken van je eigen meetinstrument.
Daarnaast hebben veel van ons een smartwatch, die onder andere onze hartslag meet. Een parameter waar we al veel uit af kunnen leiden. De gemiddelde hartslag voor een vrouw is 76 slagen per minuut en voor een man 68 slagen per minuut in rust. Is deze voortdurend verhoogd, dan weet je dat je meer dan gemiddeld energie verbruikt. Hierdoor wordt op de lange termijn je energievoorraad verkleind. Datzelfde geldt ook voor je ademhaling. Deze is in rust, dus zonder fysieke of mentale inspanning, tussen de 6 en 8 ademhalingen per minuut. Het kan dus zinvol zijn om deze parameters eens wat nauwlettender in de gaten te houden, om zo een mooie eerste indruk te kunnen krijgen van jouw energieverbruik en uiteindelijk je energievoorraad.
Test hier gratis jouw energie
In vijf minuten weet jij of je een energielek hebt